Mattheüs 28: 5 De engel richtte zich tot de vrouwen en zei: ‘Wees niet bang, ik weet dat jullie Jezus, de gekruisigde, zoeken. 6 Hij is niet hier, hij is immers opgestaan, zoals hij gezegd heeft. Kijk maar, dat is de plaats waar hij gelegen heeft.
Lieve broeders en zusters,
Overdenking
Gekruisigd was Hij. En na zijn sterven in een graf gelegd. Ze zagen het zelf. Dit was de werkelijkheid. Dit vertelden hun zintuigen hen. Dit was waarheid. Drie dagen hadden de vrouwen aan dit idee moeten wennen. Drie volle dagen van rouw. Drie dagen van volkomen verdriet, en waarschijnlijk van radeloosheid. Hun hoop op een betere toekomst, op de regering van Jezus, was de bodem ingeslagen. Dit leek echt het einde van alles waar ze die drie jaren dat Jezus optrad, op hadden gehoopt.
Ter verduidelijking: ik ga uit van drie volle dagen en niet van de kruisiging op vrijdag en opstanding op zondag; dat zou immers de tweede dag na het sterven zijn. Het is logischer dat de kruisiging op een woensdag geweest is, waarna de donderdag een feest-shabbat was. Dit was vanwege het feest der ongezuurde broden. We lezen immers in o.a. Joh. 19: 31 dat die shabbat na de dag van de kruisiging “groot” was (NBV vertaalt: “bijzondere shabbat”). Daarna kwam een vrijdag, waarop de vrouwen o.a. specerijen aankochten, vervolgens de gewone shabbat, de zevende dag van de week. En daarna volgde de eerste dag van de week, de opstandingsdag (zondag). Dus pas na drie volle nachten en dagen stond Jezus op uit de dood, zoals Hij zelf had aangekondigd. Deze visie is niet bepalend voor ons heil, maar toont wel dat de eerste gemeente wel degelijk tot drie kon tellen.
Maar waar het om gaat: hoe zou ik me voelen na drie dagen die ik in diep verdriet heb doorgebracht, huilend met mijn mede-volgelingen van Jezus? Bang voor de overheid die wellicht na Jezus ook zijn volgelingen zou oppakken en veroordelen. Zou ik weglopen en teruggaan naar mijn oude dorp? Zou ik van verdriet al die dagen gaan vasten, of gewoon apathisch in een hoekje liggen? Ik weet het niet. Maar ik weet wel dat de vrouwen rouwden en vervolgens aan Jezus de laatste eer wilden brengen op de manier die ze konden. Door Hem te balsemen. Duidelijk is dat ze geen rekening hielden met het beschreven wonder van de opstanding.
En dan komen ze bij het graf en ontmoeten een engel. Wat een contrast met hun gevoel! “Hij is niet hier, maar Hij is opgestaan, zoals Hij gezegd heeft.” Hij leeft! En weer blijft er niks over van hun toekomstverwachting, maar in dit geval juist positief! Van een gevoel van een volkomen uitzichtloze toekomst naar een fantastisch uitzicht. Hij leeft! Nu is alles mogelijk.
Ze zagen het zelf. Dit was de werkelijkheid. Dit vertelden hun zintuigen hen. Dit was de waarheid.
“Bij God zijn alle dingen mogelijk!” had Jezus al gezegd. Geloof ik dat? Geloof jij dat? Ook voor mijn of voor jouw eigen situatie? Jezus wil ons nieuwe hoop geven!
Dank U Heer.
Hartelijke groet,
Eric