3 Johannes 5 Geliefde, gij handelt trouw in alles wat gij aan de broeders doet…
Lieve broeders en zusters,
“Plotseling moest ik belijden dat ik niet meer zo trouw was aan mijn roeping!”
Deze woorden sprak voorganger J. de Ridder afgelopen zondag. Na een schitterend betoog over zijn kauwtje-levens-reddende pleegzorg van het afgelopen jaar, bleek daar een mooi voorbeeld in te zitten voor ons allen. De vogel is geroepen om te vliegen en zijn pleegouders hebben hem gered van een wisse dood. Maar toen hij na een jaar uitvloog, lag de nadruk op het gemis, dat de vogel er niet meer voor hem was, in plaats van de blijdschap dat hij er voor de vogel had kunnen zijn.
Hij paste dit heel praktisch toe op de manier waarop wij kijken naar onze plek in de gemeente waar God ons geroepen heeft (Terug te kijken op kerkdienstgemist.nl). Zijn wij er voor God en zijn gemeente, of moet de gemeente er vooral voor ons zijn zodat ik me er “fijn” voel? Een scherpe confrontatie. Dan moet ik helaas ook belijden dat ik te vaak wil dat de gemeente er voor mij is, om tegemoet te komen aan mijn behoefte aan waardering, inzet, vriendschap enzovoort.
Maar hoe deed Jezus dat? Toen het erop aankwam hadden allen Hem verlaten. En toch, Hij kwam om zijn leven te geven, zelfs voor zijn vijanden. Hij vraagt niet eerst aan ons wat wij voor Hem kunnen betekenen, maar wat Hij voor ons mag doen!
Als we dat beseffen en laten doorwerken in ons eigen leven, dan gaan we uit dankbaarheid ons vast inzetten voor Hem. Hij wil ons helpen om de gaven, die Hij gegeven heeft, in te zetten. Dan mogen we (wellicht opnieuw) vragen: Heer wat kan ik in Uw gemeente in Leiderdorp betekenen? Zodat U vreugde zult hebben over mij en ik me kan verheugen in U en wat U doet in de levens van de broeders en zusters in de gemeente. Zodat de liefde van Christus kan stromen.