Filippenzen 3: 15 Laten wij dan allen, die volmaakt zijn, aldus gezind zijn. En indien gij op enig punt anders gezind zijt, God zal u ook dat openbaren; 16 maar hetgeen wij bereikt hebben, in dat spoor dan ook verder!
Lieve broeders en zusters,
Overdenking
Ik werd de laatste dagen geconfronteerd met ups en downs. Het was Pinksteren geweest. Ik heb delen van livestream uitzendingen gevolgd, preken en muziek. En aan de ene kant zijn dat sterk motiverende momenten. Namelijk wanneer ik iets meekrijg over wonderen die zijn gebeurd en dat de Heilige Geest fantastisch heeft gewerkt in andere werelddelen, of wanneer ik luister naar hele mooie muziek.
Maar het kan ook soms gebeuren dat vervelende gevoelens me bekruipen. Zoals het gevoel over de spreker: “Wat ben jij een geweldige christen, en wat ben ik dan toch een slechte volgeling van Jezus!” Dus de spreker heeft zich naar mijn idee teveel boven mij als toehoorder verheven en een beeld gegeven dat ik het niet goed doe en hij wel. En dat kan volkomen onterecht zijn, het zal vaak meer over mij zeggen dan over hem. Ik realiseer me dat wij vaak mensen op een voetstuk zetten en onbewust onszelf te klein kunnen maken en naar beneden halen. Ik geloof niet dat dit Gods bedoeling is. We mogen ons laten inspireren door anderen, maar moeten hen niet vereren.
Als voorbeeld noem ik Otto de Bruijne, de vroeger veel meer bekende spreker en kunstenaar. Ik werd en word altijd enorm door hem gemotiveerd. En dan heb je de neiging om hem als persoon ook te bewonderen en zijn minder positieve eigenschappen niet te willen zien. Gelukkig noemt hij dan zelf dat hij voor zijn omgeving soms een onuitstaanbaar mens was (of is…). Die eerlijkheid vind ik fijn. Beter dan de voorganger die doet voorkomen alsof hij onfeilbaar is. En en-passant ook zijn vrouw (en kinderen), die ook groot met Colgate-smile op de aankondiging staat van de speciaal “gezalfde spreker”. Bij zulke foto’s vraag ik me altijd af wat men te verbergen heeft. En ook dat kan weer een veel te kritische (Nederlandse?) houding zijn.
Kortom: balans is nodig. Balans in het luisteren, balans in de manier waarop we naar onszelf kijken, balans in de manier waarop we naar anderen kijken. Ieder mens heeft goede en minder goede eigenschappen. Dat hadden Paulus en Petrus ook. We hebben allemaal Gods genade bikkelhard nodig en die geeft Hij ook! Laten we ons richten op de goede kanten van elkaar en de Heer dankbaar zijn in wat Hij door een ander mens doet. Ook als we uit onszelf wellicht moeite hebben met die ander.
En laten we onszelf niet als puur slecht beschouwen. Dat is zonde; het helpt ons niet en mist Gods doel voor ons. God beschouwt ons namelijk als volmaakt, dankzij Jezus Christus. En dat de Heilige Geest in ons is komen wonen is natuurlijk het teken dat Hij ons zo ongelooflijk lief heeft dat Hij zichzelf aan ons toevertrouwt. Denk daar eens over na: dat de Heilige God zijn heiligheid als het ware toevertrouwt aan gewone feilbare mensen, aan ons!
De Geest geeft ons vervolgens weer gaven om te benutten, om elkaar te dienen, tot opbouw van de gemeente. En de gemeente toe te rusten om te doen wat de Heer van ons vraagt. Hem te aanbidden in alles en zo de wereld te tonen wie de Here Jezus Christus is. Niet doordat we perfect leven maar doordat we een perfecte God dienen.
Laten we daarom dankbaar zijn voor wat de Heer door zijn genade al in ons leven heeft kunnen bereiken en nog meer gaat doen! “In dat spoor verder!”