Hebr. 12: 2 Laten we daarbij de blik gericht houden op Jezus, de grondlegger en voltooier van ons geloof!
Lieve broeders en zusters,
Vanochtend sprak ik enkele voorgangers uit Leiden / Oegstgeest. Eén merkte op dat hij veel vermoeidheid opmerkte om zich heen en bij zichzelf. Vermoeidheid van degenen die hele dagen achter hun computer zitten in digitaal overleg, vermoeidheid van alle berichten over de crisis, vermoeidheid van de beperkingen, vermoeidheid van het aanhoren van complottheorieën, vermoeidheid over nieuw opgestarte activiteiten die weer stil liggen, vermoeidheid dat veel dingen niet kunnen.
Daarbij signaleerde hij enerzijds dat mensen in een winterslaap lijken te zitten, anderzijds dat mensen energie stoppen in verkondigen van hun visie op de pandemie (en soms verdeeldheid zaaien als die niet wordt gedeeld). Hoe heerlijk is het dan dat we nu even een onderbreking hebben in de vorm van een sneeuwpauze! De omstandigheden zijn hetzelfde maar we richten ons even op iets anders, namelijk een helder wit geschenk van boven.
Klonk herkenbaar. Ik ben daarover aan het nadenken. En ik zie één onderliggende factor die in de kern hetzelfde is, maar verschillend naar boven komt. En dat is angst. Soms is het de angst voor de ziekte zelf. Soms is het angst voor de overheid, of instanties die als de boosdoener worden getypeerd. Soms is het ook de angst dat onze gemeenten zo onder vuur liggen dat we kapot gemaakt worden en na de crisis de helft van de gemeente weg is.
Angst, angst, angst. Misschien vind je het woord angst te sterk, laat ik het dan bezorgdheid noemen. Bij mezelf herken ik vooral bezorgdheid dat broeders of zusters, of de jeugd, de gemeente van Christus verlaten. En die bezorgdheid is er overigens ook zonder coronacrisis.
Toen dacht ik terug aan de preek van Jurgen Lindenhols bij ons op 24 januari. Hij startte met Ef. 6:12 Onze strijd is niet gericht tegen mensen maar tegen hemelse vorsten, de heersers en machthebbers van de duisternis, tegen de kwade geesten in de hemelsferen. En hij verwees naar het begin van die brief waarin staat: “In Christus zijn we immers uitgekozen om heilig en zuiver te zijn. Onze hoop en bestemming is in Hem.” Ja, alleen daarom al is er uitzicht! Hij vertelde nog veel meer rijkdommen uit die brief. Maar alleen hierom al hebben we de hoop. En mogen we kracht vinden bij Hem om vol te houden. Zijn oproep was: kijk naar Hem! Je moet kijken naar waar je naartoe wil. Dus niet kijken naar de bezorgdheid of angst. Nee, zoals staat in Hebr. 12: 2 Laten we daarbij de blik gericht houden op Jezus, de grondlegger en voltooier van ons geloof!
We moeten blijven kijken naar Jezus! Hij is onze hoop, ons doel. Hij blijft onwankelbaar. Hij is de werkelijk stralende, in het wit gehulde, zegen van boven.
Gods zegen,