Op 18 april dit jaar voltrok zich een ernstig drama aan de Dijkwacht te Leiderdorp. Enkele dagen eerder had een schattig jong koolmezenpaar het vogelhuisje van de bewoner ingericht als hun nieuwe liefdesnestje. Na dagen van vlijtige arbeid om een mooi nestje te maken waarin het paar hun minimaal zeven eitjes kon leggen, bleef één van de beide ouders sinds enkele dagen bijna continu in het huisje achter. Dit kon niets anders betekenen dan dat het paar eitjes had en erop zat te broeden. Dus een mooie periode van wachten tot de eieren uitkomen was aangebroken. De mezen broedden en de bewoners verblijdden zich met het paar.
Maar helaas werd de idylle ruw verstoord, en er kwam een dramatische wending in deze story. Aan het einde van die middag zagen de bewoners van de woning, die het vogelhuisje aan de heer en mevrouw Koolmees hadden verhuurd, een bloederig tafereel: een torenvalk zat op de tuinmuur met in zijn gruwelijke klauwen een blauw-geel vogeltje dat er levenloos in gevangen zat. Kreten van ongeloof en geschreeuw van de bewoners tegen deze satanische aanval mochten niet baten. De heer Koolmees was bruut aan zijn einde gekomen.
Hoe moest het nu verder met mevrouw Koolmees. De bewoners bedachten een list. Mooie foto’s van mevrouw Koolmees werden gemaakt en vervolgens op een datingsite voor koolmeesachtigen gezet. Zou het helpen? De tijd schreed voort en het zou onmogelijk zijn dat een alleenstaande koolmees de eieren kon uitbroeden en zoveel jongen van voedsel te voorzien tot ze sterk genoeg waren om uit te vliegen. Was deze openlijke poging tot een nieuwe relatie de oplossing? “Krachtige, verzorgende en liefdevolle slanke snelle koolmeesmoeder zoekt sterk liefdevol mannetje om samen de jonkies buiten te gaan zetten!”
De bewoners waren nog niet overtuigd of dit zou helpen. De heer des huizes kwam met een nog drastischer oplossing. Hij twijfelde wel, of hij zo ver durfde te gaan, maar uiteindelijk wist hij zich te beroepen op een Bijbeltekst die hem hiervoor de vrijmoedigheid gaf: hij ging bidden voor een nieuwe meneer Koolmees, die zoveel charme had dat hij de plaats van de echte vader kon innemen en als adoptievader kon dienen.
Een week lang leek mevrouw Koolmees alleen te blijven en zagen de verhuurders van het vogelhuisje het donker in. Maar op een dag zat er ineens een luid zingende Koolmees in de tuin! En die bleef ook nog. Het ongelofelijke was gebeurd. Er was een adoptievader aangeschoven. En al enkele dagen later zagen de bewoners meneer en mevrouw Koolmees driftig heen en weer vliegen en steeds weer het nestkastje in-en-uit schieten met wat eten voor hun kroost. Wat een schitterend gezicht, steeds weer vlogen de beide ouders af-en-aan om hun steeds luider piepende jonkies van vreten te voorzien. En wat een genot voor de bewoners, die inmiddels als echte voyeurs uren lang de verrichtingen van hun huurders gadesloegen.
Het kroost piepte inmiddels luid en afgelopen dinsdag kwam er al een koppie van een jonkie in het gat zitten en konden de ouders de kids al voeren zonder het huisje in te vliegen, Kortom: het moment van uitvliegen stond voor de deur…
Woensdag 20 mei was het zover. Tijd om dag te zeggen. Dag zeggen? Krijg nou de hik, ze zijn al gevlogen! Konden ze nou niet even wachten tot na ons ontbijt? Wat zijn dat voor manieren!
Inderdaad, uitgevlogen. Volwassen geworden voor je het in de gaten hebt. Wat een snelle ontwikkeling maken ze door. En dan zijn ze weg, nog voor je afscheid kunt nemen, op reis gegaan op hun eigen levensweg. Maar ik had nog zoveel willen zeggen…
De moraal van dit werkelijk gebeurde verhaal? Dat mag je zelf invullen. Het barst van de levenslessen. Misschien laat ik die nog wel eens terugkomen. Ik moet het eerst nog verwerken.