Over de doop nadenken is soms moeilijk. Daarom proberen we u daarbij een beetje te helpen. Dat valt voor ons ook niet mee. We weten namelijk niet welke persoonlijke vragen u heeft. Mocht u na het lezen van deze pagina nog vragen hebben, dan kunt u altijd nog een persoonlijk gesprek met de voorganger (of een van de oudsten) aanvragen. We willen in het kort over drie aspecten van de doop spreken:
- Wat is de doop?
- Voor wie is de doop?
- Hoe gaat de doop?
1. Wat is de doop?
Als u de doop overweegt, denkt u niet na over een symbool dat door mensen is ingesteld. De opdracht om te dopen is door de Here Jezus gegeven. Jezus zegt bij het zendingsbevel: “Gaat dan henen, maakt al de volken tot mijn discipelen en doopt hen in de naam des Vaders en des Zoons en des Heiligen Geestes, en leert hen onderhouden al wat Ik u bevolen heb” (Mattheüs 28:19). We mogen de doop daarom met recht de “heilige doop” noemen. Gedoopt worden is belangrijk, omdat de Here Jezus de doop heeft ingesteld. Maar waarom heeft God dat zo gewild?
De doop is een symbool dat onze dood en de opstanding met de Here Jezus uitdrukt. De dopeling mag door genade weten dat hij of zij met Hem is gestorven en opgestaan. Daarom symboliseert het doopbad een graf. De apostel Paulus laat daar geen twijfel over bestaan: “Of weet gij niet, dat wij allen, die in Christus Jezus gedoopt zijn, in zijn dood gedoopt zijn?
Wij zijn dan met Hem begraven door de doop in de dood …” (Romeinen 6:3-4a); “In Hem zijt gij …, in de besnijdenis van Christus, daar gij met Hem begraven zijt in de doop. In Hem zijt gij ook mede opgewekt …” (Kolossensen 2:11?12a). De doopplechtigheid is dus eigenlijk een begrafenis, maar ook een indrukwekkende opstanding, een wonder!
De doop drukt in het bijzonder ook een gebed, en daarmee afhankelijkheid uit. De apostel Petrus schrijft dat de doop “een gebed van een goed geweten tot God” is (1 Petrus 3:21). De dopeling is een biddend mens geworden en weet zijn geweten door Gods genade gereinigd. Door het verzoenend sterven van de Here Jezus is hem vergeving geschonken, en door Jezus’ opstanding ook een nieuwe leven. Hij matigt zich de doop niet aan. De doop is niet op initiatief van hemzelf, maar toont juist dat Gods genade er eerder was. Of, zoals de apostel Johannes het schrijft: “Wij hebben lief, omdat Hij ons eerst heeft liefgehad” (1 Johannes 4:19).
2. Voor wie is de doop?
De doop is voor ieder die “een gebed van een goed geweten tot God” verlangt uit te spreken en God daarvoor de eer wil brengen. Het kan ook anders gezegd worden. De doop is voor ieder die, zoals Mattheüs 28:19 al aangaf, “discipel” wil zijn en wil “leren onderhouden” wat Jezus heeft gezegd. De dopeling belijdt dat de Here Jezus zijn Verlosser is, en dat hij, geheel bewust van zijn eigen onvermogen, Jezus’ geboden wil doen.
De doop is geen bewijs van geestelijke status of diepgang. De dopeling leeft dagelijks van Gods genade en vergeving. Wij hebben de genade, en daarmee ook het verbond van God, niet voor het uitdelen. Genade is niet ons bezit, of ons recht. Daarom worden alleen zij gedoopt die dat zelf te kennen geven. Een ander kan dat niet voor de dopeling beslissen zonder daarmee het genadekarakter van de doop aan te tasten. Wij kiezen geen mensen uit om te dopen, God kiest Zelf, en Zijn keuze blijkt als men van Zijn liefde en genade gaat spreken, en daarin blijft volharden.
3. Hoe gaat de doop?
Wij dopen door de dopeling “in de naam van de Vader, van de Zoon, en van de Heilige Geest” geheel onder te dompelen. Zoals gezegd is het doopbassin als een graf. Om zo dicht mogelijk bij dit oorspronkelijke teken te blijven (en niet omdat het heil daarvan zou afhangen) past het om in diep water onder te gaan en omhoog te komen. De dopeling verdwijnt geheel, want in Christus’ dood is de “oude mens” medegekruisigd en begraven.
En hij wordt weer zichtbaar, want in Christus’ opstanding verschijnt de “nieuwe mens”. Dus in de onderdompeling wordt getuigd van Gods ingrijpende verlossing.De doop zelf redt niet en is niet heilsnoodzakelijk. Alleen geloof in de Here Jezus als onze Verlosser redt.Maar de doop door onderdompeling drukt dit heilsfeit, als Gods geschenk aan ons gebeurt, op heerlijke wijze uit.
Als u zich voor de doop aanmeldt, zult u door enkele broeders van de raad bezocht worden. Zij spreken met u over uw geloof in de Here Jezus en willen van u weten of u uit genade naar Gods Woord tracht te leven.
Ook spreken zij met u over onze verantwoordelijkheden ten opzichte van elkaar. Want door de doop wordt u tevens lid van onze gemeente. Tenslotte worden nog enkele praktische afspraken met betrekking tot de doopdienst gemaakt.
We wensen u bij uw verdere overwegingen wijsheid en inzicht toe, en hopen natuurlijk dat u tot de doop besluit.