In de jaren ’70, de tijd van de grote evangelisatiecampagnes met Billy Graham en Expo ’75, richtte de BEZ Het Goede Boek op. De boekenwinkels dienden om evangelisatiemateriaal te verspreiden. Nu, 40 jaar later is de massale opleving van het christendom in Vlaanderen ver te zoeken. “Het Goede Boek heeft stormen doorstaan, en zal dat ook blijven doen”, aldus Linda Smit. Smit leidt HGB in Leuven en kan gerust een ancien genoemd worden. Van al onze huidige medewerkers is zij er al het langst bij. Ze kan dus beter als geen ander de invloed van de tand des tijds op de boekenwinkels uit de doeken doen. Een relaas van veertig jaar boekenwinkelbestaan uit de mond van de boekenwinkeluitbater zelve.
“Toen ik in 1988, met Ger verantwoordelijk werd voor de winkel van Het Goede Boek in Hasselt, hadden we niet eens een kassa, laat staan een computer. De weekboeken hield ik met de hand bij. Je kan dit nu nog amper voorstellen en het is maar 25 jaar geleden. Het winkelwerk lijkt sindsdien enorm veranderd doordat we nu veel meer gebruik maken van technologie. Het feit dat we veel op internet kunnen opzoeken, geeft meer werk, maar ook een extra mogelijkheid om onze klanten te helpen. We zien bijvoorbeeld een stijgende omzet op de boekentafels doordat we intussen allemaal een mobiele bankterminal hebben. Het is echter enkel de manier van werken die veranderd is.”
“Er wordt wel eens gezegd dat de winkels van Het Goede Boek over een tijdje niet meer zullen bestaan, ik geloof dat niet.”
“Ten diepste is er nog steeds hetzelfde verlangen als 40 jaar geleden: gemeenten en individuele gelovigen steunen bij hun verlangen om mensen met het evangelie te bereiken en daarnaast christenen opbouwen en te versterken in hun geloof. Ondanks onze op winst beluste en vluchtige maatschappij, nemen wij nog steeds de tijd voor klanten met vragen en zorgen. We helpen hen verder, vertellen hen soms voor het eerst over het evangelie, afhankelijk van hun nood op dat moment. Heel af en toe kunnen we met mensen bidden. Mensen en boeken zijn belangrijk, en dan in die volgorde. Eerst de mens en dan kijken om hem van het punt waar hij staat verder te brengen, dichter bij de Heer. Dit werk geeft daarvoor nog steeds ruimschoots de gelegenheid.”
“Er wordt weleens gezegd dat de winkels van Het Goede Boek over een tijdje niet meer zullen bestaan door de opkomst van o.a. webshops, e-readers en de downloadmogelijkheden van het internet. Ik geloof dat niet. Er zullen steeds mensen blijven die naar sociaal contact of wat aandacht verlangen. Of het soort dat graag rondneust in een boekenwinkel, aan bladeren ruikt of er puur van geniet boeken vast te nemen. Ik denk niet dat we daar bang voor moeten zijn. Ik vermoed eerder dat de techniek het kan begeven op een bepaald moment. Maar dan zijn wij van HGB er weer om alle radeloze bibliofielen ter beschikking te staan. Ik ben overigens bijzonder blij met de nieuwe locatie voor de boekenwinkel van Kortrijk. Het is een prachtzaak en een mooi eerbetoon aan het veertigjarig bestaan van Het Goed Boek. Een bewijs van onze standvastigheid. Ik herinner me het eerste HGB-winkeltje van Kortrijk nog. Het opende in 1978 en werd uitgebaat door Teo en Elly Kamp.”
“Het Goede Boek is het mooiste plekje in heel Leuven.”
“Velen vinden dat er een bijzondere vrede in onze winkels hangt. We hebben een klant die altijd zegt: Het Goede Boek is het mooiste plekje in heel Leuven. Het gebeurt al eens dat mensen van slag binnenkomen en vervolgens weer blij naar buitengaan. Soms lopen ze enkel maar rond en raakt de Heer hun hart aan met de titel van een boek, de tekst op een kaart of de muziek die klinkt in de winkel. Er komen nog steeds nieuwe mensen binnen; de laatste twee weken telden we al drie nieuwe klanten.”
“Er zijn wel eens mensen die ons tips aan de hand doen om meer reclame te maken of meer om te zetten door er andere zaken bij te nemen, zoals kantoorartikelen. Maar dat is niet onze bediening. We hoeven niet perse meer winst te maken. De winkels zullen blijven bestaan zolang de Heer dat wil. Het is niet ons werk. Het is Zijn werk en we moeten het steeds weer in Zijn hand leggen. Ook ik doe dat nog te weinig. Het is niet door onze krachtinspanning dat een werk voor de Heer standhoudt. Hij zorgt daarvoor.”
(Overgenomen van b-e-m.org)