Hebr. 11: 6 maar zonder geloof is het onmogelijk Hem welgevallig te zijn. Want wie tot God komt, moet geloven, dat Hij bestaat en een beloner is voor wie Hem ernstig zoeken.
Broeders en zusters,
Deze tekst stond in het deel dat ik afgelopen zondag voorlas bij het herdenken van de overledenen in onze gemeente in het afgelopen jaar (en 2020). Daar lag het accent op de zekerheid van het geloof. De tekst bevat ook nog een stevige aansporing, waar ik nu op wil wijzen.
Er staat dat we Hem niet welgevallig kunnen zijn zonder geloof. Andere vertalingen zeggen o.a: Hem geen vreugde kunnen geven, tot vreugde te zijn, of Hem niet kunnen behagen. God kan niet blij zijn over ons als we Hem niet geloven. Wat wordt daarmee bedoeld? Dat we niet kunnen geloven in zijn bestaan? Ik denk het niet, want Jakobus wijst erop dat zelfs de boze geesten geloven in God, maar in hen verheugt God zich absoluut niet volgens mij.
Dus hoe verheugt God zich in ons, hoe kan Hij blij zijn over ons, hoe kunnen we Hem behagen? Door onszelf aan Hem toe te vertrouwen en Hem ernstig te zoeken. Het woord “ernstig” staat niet in alle vertalingen, maar is een goede weergave omdat het Griekse woord een voorzetsel kent, dat wijst op een nadrukkelijk, intensief zoeken.
Als wij Hem zoeken, en ons inspannen om Hem te vinden, dan laat Hij zich vinden. Denk aan de schitterende tekst in 2 Kron. 16:9 Want des HEREN ogen gaan over de gehele aarde, om krachtig bij te staan hen wier hart volkomen naar Hem uitgaat. God speurt rond of Hij mensen ziet die Hem zoeken! En als Hij die bij ons vindt, dan verheugt Hij zich over ons, en in ons en verheugen wij ons in Hem. Dat is zijn doel: dat wij onze vreugde vinden in Hem, in Zijn Koninkrijk!